’Mons 2015 ? Ja, dat zegt me wel wat. De stad wil Culturele Hoofdstad van Europa worden, zeker ? Dat ze eerst maar iets doen aan de netheid in de stad. En dat ze eens wat meer werkgelegenheid creëren. En zorgen dat er souvenirwinkeltjes komen. Bergen is nog lang niet gastvrij genoeg. De stad richt zich nog veel te weinig op toeristen. Maar nu je het zegt, we hebben wel wat mooie gebouwen, hier.’
Tot daar de mening van een toevallige passant op de Grand Place. Hij is niet mals voor zijn stad, maar wil ze ook niet helemaal afschrijven. Het lijkt wel typisch voor de inwoners van de Henegouwse hoofdstad. Properheid en werkgelegenheid : daar liggen de mensen wakker van. Cultuur komt pas op de tweede of de derde plaats.
Yves Vasseur zal het niet zo graag horen. Vasseur is de coördinator van Mons 2015 en bereidt in opdracht van de stad de kandidatuur voor de titel van Culturele Hoofdstad voor. Aan de deur van zijn bureau hangen kleurrijke stickers, affiches en T-shirts die een haast studentikoze opgewektheid uitstralen. Het comité Mons 2015 - één man en twee vrouwen sterk - heeft onderdak gevonden in het Carré des Arts, een voormalige kazerne die omgeturnd werd tot kunstschool.
De sfeer in het kantoor is ernstig. Hier wordt hard gewerkt aan het dossier dat Bergen de titel van Culturele Hoofdstad van Europa 2015 moet opleveren. Het moet ten laatste op 1 maart worden ingediend. Tot voor kort lag de weg naar het doel breed open. Al in 2004 was immers beslist om Bergen voor te dragen als kandidaat, mét de goedkeuring van de stad Luik. Tot een aantal wakkere burgers in de vurige stede besloten om toch te proberen Luik voor te dragen. Domper op de feestvreugde in Bergen.
Het is Vasseur aan te zien. De man die alles onder controle moet houden, ziet er gespannen uit als hij moet uitleggen waarom Bergen nu ook weer kandidaat is. En vooral : waarom de stad een betere kandidaat is dan de onverwachte concurrent uit de buurprovincie. ’Bergen heeft op het eind van de jaren 1990 en het begin van de jaren 2000 belangrijke stimulansen gekregen op het vlak van cultuur’, zo begint Vasseur zijn betoog. ’In 2001 werd Elio Di Rupo (PS) burgemeester en voor het eerst legde iemand de nadruk op cultuur. Een jaar later werd Bergen uitgeroepen tot Culturele Hoofdstad van Wallonië. Het gevolg was dat ons patrimonium geherwaardeerd werd, dat er een vernieuwde belangstelling kwam voor de geschiedenis van de stad en dat het artistieke leven opfleurde. Dan is het toch niet verwonderlijk dat we graag ook Culturele Hoofdstad van Europa willen worden.’
Dus besloot men in Wallonië om Bergen voor te dragen. ’Op een ondemocratische manier !’ beweren de tegenhangers in Luik nu. ’Via politieke akkoorden van het soort dat eigenlijk tot het verleden zou moeten behoren !’ roepen ze in koor. ’Ik snap echt niet hoe ze daarbij komen’, reageert Vasseur. ’De beslissing is inderdaad een paar jaar geleden genomen, maar niet op café of zo, hé. Wel in het Waals parlement, met unanimiteit van stemmen. Is dat geen democratie, misschien ?’
Dat lijkt een eenvoudige redenering, maar er is natuurlijk meer aan de hand. Zoiets als regionale politiek bijvoorbeeld, en het feit dat als de ene Waalse stad al ’iets gekregen heeft’, het tijd is om ook iets aan de andere stad te geven. Het ruikt een beetje naar wafelijzerpolitiek, maar Vasseur vindt er weinig graten in. ’De Waalse overheid heeft in het verleden al veel geïnvesteerd in Luik. Het is nu tijd voor Bergen om ook eens wat te krijgen. Bergen kan zo’n project goed gebruiken. Wat moeten we anders bieden aan onze jeugd ? De vroegere industrie is weg. Als we willen dat jongeren hier blijven wonen, hebben we wel iets nodig.’
Wie door de klimmende en dalende kasseistraten van Mons wandelt, kan Vasseur geen ongelijk geven. De initiatieven die al genomen werden - zoals de realisatie van de gloednieuwe en spectaculaire theaterzaal Le Manège en de opening van een modern museum van schone kunsten (BAM) - zijn opvallend innovatieve elementen in een knus, maar niet meteen bruisend provinciestadje. Het kleine Bergen kan inderdaad wat peper gebruiken. Daarom besloot de stad ook om het station te slopen en in te ruilen voor een supermodern complex van de hand van niemand minder dan... Calatrava. De architect die ook het Luikse station ontwierp. O ironie.
Toch staat precies dat station symbool voor het thema van Mons 2015, namelijk ’where technology meets culture’. De stad wil een brug slaan tussen de cultuur van de oude binnenstad en de nieuwe technologiebedrijven die zich kwamen vestigen aan de overkant, achter het station. Calatrava moet voor de materiële brug tussen de twee werelden zorgen. Een brug die tegelijk symbool staat voor partnerships. Vasseur wil later immers, als de hele farce met Luik achter de rug is en áls Bergen ongeschonden uit de strijd komt, de banden met die stad weer aanhalen. Als. Want Vasseur is er duidelijk niet helemaal gerust op. ’Twintigduizend mensen bijeenbrengen in Luik, zóveel is dat nu ook weer niet’, zegt hij stilletjes. Nog één nacht onrust en hij weet waar hij aan toe is.
Pour garder le contact, abonnez-vous à notre lettre d'info